1. Veiligheid en voorbereiding

• Draag persoonlijke beschermingsmiddelen zoals handschoenen, veiligheidsbril en gehoorbescherming.
• Zorg ervoor dat de stroom naar de compressor is uitgeschakeld en dat de druk is afgevoerd voordat je slangen of onderdelen verwijdert.

• Zorg dat het voertuig stabiel is opgekrikt en goed ondersteund.

   

2. Vroege detectie van defecten

Veelvoorkomende problemen zijn onder andere:

• Lekkages: merkbaar als het voertuig 's nachts meer dan 2,5 cm inzakt.
• Defect ventielblok: als één hoek lager staat dan de rest.
• Lekkende veerpoten/schokdempers: olie tast de luchtbalg aan, wat tot schade kan leiden.
• Defecte compressor: herkenbaar aan brandlucht, gesmolten leidingen of verkleurde behuizing.

• Gebruik zeepsop om lekkages op te sporen en voer visuele controles uit.

   

3. Het systeem drukloos maken

•  

  Verwijder slangen nooit abrupt, maar laat de druk geleidelijk ontsnappen.

• Gebruik indien nodig een diagnosetool om ventielen te openen.
• Activeer de ‘krikmodus’ als het voertuig die functie heeft.
• Laat het voertuig nooit volledig op lege luchtbalgen rusten.

• Monteer nieuwe balgen zonder ze vooraf uit te rekken of op te pompen.

   

4. Correct gebruik van VOSS-connectoren

•  

  Draai VOSS-connectoren niet extra aan. Overmatig aandraaien kan lekkages veroorzaken door schroefdraadbeschadiging.

• Houd u aan de fabrieksrichtlijnen.

   

5. Analyseer de oorzaak

•  

  Vervang niet alleen defecte onderdelen, maar zoek naar onderliggende oorzaken. Lekkages kunnen bijvoorbeeld de compressor overbelasten.

• Vervang bij een nieuwe compressor altijd het relais om doorbranden te voorkomen.

   

6. Diagnose en updates

•  

  Kalibreer na reparatie de rijhoogtesensoren en lees foutcodes uit.

• Voer indien nodig software-updates uit.
• Laat het voertuig uitlijnen als er schokdempers of veerpoten zijn vervangen.

Bron: Arnott